Schubert
als jazz? Je ziet de gefronsde wenkbrauwen al. 'Tuttuttut'
roepen de rekkelijken. 'Heiligschennis', roepen de preciezen.
Niet besteed aan tenorsaxofonist Dick de Graaf. Hij dook
in Schubert Unvollendete, in diens Winterreise-liedercyclus
en in 'Der Tod und das Mädchen'. Haalde er thema's
uit, volgde Schuberts lijnen en maakte er jazz van voor
zijn kwintet. Met cello, dat wel. De cd is onderweg, North
Sea Jazz heeft de Nederlandse première.
Dick
de Graaf heeft voor hetere vuren gestaan. In zijn carrière
van 23 jaar was hij ook te vinden in Burkina Faso, in Mali,
in Senegal. Hij speelde met een Afrikaanse kora-speler,
met een Turkse sas-musicus en nèt nog met een Tunesische
oud-speler. Kreeg een uitnodiging van de universiteit van
Illinois of hij er een muziek-project van de overleden saxofonist
Bob Berg wilde overnemen. "Het is bij mij hollen of
stilstaan", zegt Dick de Graaf. "En je moet een
beetje geluk hebben. Ik kom nu voor de vierde keer in Amerika,
een middelbare heer al, maar die mensen horen iets bijzonders
in me. Ze horen een ouderwets, groot geluid, maar ze herkennen
ook mijn eigen benadering van de be-bop. 'Je zit in onze
traditie', zeggen ze daar, 'al benader je het op een andere
manier'."
Dick
de Graaf zweert bij die eigen manier. Qua muziek, qua opstelling
in de jazzwereld. Geen subsidie, vinden de hoge heren me
niet goed genoeg, niemand die iets voor me regelt, dan zélf
maar, is zijn houding. Gesterkt door die vier sterren-recensie
die er over hem in het Amerikaanse jazzblad Down Beat-verscheen
en de volle zalen die hij in buitenland (Indonesië
niet zo lang geleden) trok. Hij pakte 't zelf aan, keek
over de grenzen en geeft nu vaak workshops in Duitsland
en speelt veel veel in Zwitserland. "De wereld is groot",
zegt De Graaf, "en het mooie van jazz is dat je overal
mensen tegenkomt met wie je onmiddellijk kan samenspelen.
Daarom heb ik niet het pad gekozen van de heel exclusieve
muziek die je alleen met een stelletje getrouwen kan uitvoeren".
Dat
eerste telefoontje over Afrika kwam overigens wel als een
complete verrassing. "Ik dacht dat het een 1 april-grap
was: Of ik zin had om met mijn kwartetje in Ouagadougou
te spelen. Ik had die naam nog nooit gehóórd.
Het was er betoverend. We hebben workshops gedaan in een
school in Bamako en ik heb nog een rapportje gemaakt voor
een cultureel fonds voor West-Afrika: wat Nederland voor
steun aan die opleiding daar kon geven. Uiteindelijk vond
't bestuur het belangrijker om van het geld een waterpomp
te kopen. Begrijpelijk. Ik heb toch nog een kleiner project
kunnen waarmaken en veel muziekinstrumenten naar Afrika
verscheept".
Het
begon voor Dick de Graaf met een studie Nederlands in Utrecht.
Hij verruilde studie voor conservatorium, terwijl hij bijna
klaar was, op één tentamen na. "Ik heb
't eerste jaar conservatorium nog wel gecombineerd met het
schrijven van een scriptie Nederlands. Ik ben nog assistent
geweest aan de universiteit voor taalbeheersing. Maar ik
was helemaal 'into the music', ik kon niet meer". Kortgeleden
werd hij weer met dat taal-verleden geconfronteerd. Via
een een bureau dat bedrijfstrainingen doet. "Of ik
een lezing wilde geven over de ideale manager. Iemand die
kan delegeren en die zich laat inspireren door zijn omgeving.
Toen heb ik dingen laten horen van Miles Davis. Parallellen
getrokken tussen diens muzikale beslissingen en die van
een manager. Dat ging er in als koek".
Het
muzikantenbestaan noemt hij 'een loterij', hij heeft leren
accepteren dat jazz weinig zichtbaar is in de media, behalve
dan rond het North Sea Jazz festival. "Ik ben zelf
jazz gaan waarderen door de radio. Elke dinsdag, bijna klaar
met m'n huiswerk, Jazz & Blues van Michiel de Ruyter
en Aad Bos. Kikken. Sesjun, dat werd hemelsbreed vijf kilometer
van ons huis vandaan, in Laren opgenomen. Dus hup, op je
fietsje over de hei. Ben Webster, Dexter Gordon, al die
groten, ik wentelde me erin".
Jazz,
vindt De Graaf, is de meest gastvrije muziek die er is.
"Een mix van de 'roots' met alles". Die openheid
bracht hem uiteindelijk ook bij Schubert. "Ik heb Strawinsky,
Bartok, maar ook de strijkwartetten en kwintetten van Schubert
in de buurt van de cd-speler liggen. Toen kwam uit Basel
het bericht dat daar een festival werd gehouden: 'Schubert
Unvollendet-Vollendet'. De jazzclub deed er ook aan mee.
Ze kenden daar mijn projecten met de muziek van Jimi Hendrix,
Steve Wonder en Sting en vroegen me of ik over thema's van
Franz Schubert wilde komen improviseren. Nou ben ik niet
zo'n 'instant composing'-figuur, meer componist-arrangeur.
Maar dat werk voor strijkers kan ik wel zíngen, dus
het lag voor de hand er iets mee te doen. Ik ben gaan luisteren
naar grote klassieke namen, maar het was Herman van Veens
versie van Schubert-liederen die me inspireerde. Gevoelig,
niet zo belcanto, daardoor ging 't voor mij meer leven".
Het werden eigen stukken, 'Fade in fade out' gebaseerd op
'Der Tod und das Mädchen'. 'Stretch' en 'Dutch skies'
met thematiek uit de Onvoltooide, 'Shaking hands', een doorwerking
van het Strijkkwintet in C: "Met een jazzgroove, met
respect voor het origineel, maar toch warmbloedig swingend".
En wat vonden de minnaars van klassiek daar van? De Graaf:
"Ik zag in het keurige Zwitserland zelfs een aantal
heren herkennend mee zitten knikken".
MARISZAAL
Dick
de Graaf: Schubert impressions for jazz quintet.